Ik ben als huisarts werkzaam in een psychiatrisch ziekenhuis. Op de orthopsychiatrische afdeling voer ik bij opname van een jeugdige een screenend lichamelijk onderzoek uit. Onlangs trof ik bij een 14-jarige jongen een versterkte thoracale kyfose aan. Wat moet ik daarmee ook alweer doen?
Een kyfose is een voorachterwaartse verkromming van de wervelkolom met de bocht naar dorsaal. De arts moet beoordelen of er sprake is van een niet-structurele of een structurele kyfose en dat is met lichamelijk onderzoek gemakkelijk te doen:
- U bekijkt de patiënt van opzij en u vraagt om de rug recht te maken door de schouders naar achteren te bewegen en de kin op te tillen. Een patiënt met een niet-structurele kyfose kan deze zelf corrigeren.
- Vervolgens vraagt u om voorover te buigen. De niet-structurele kyfose vertoont een symmetrische contour, de structurele kyfose een knik.
- Tenslotte vraagt u het kind om op de buik op de onderzoeksbank te gaan liggen. Het moet het hoofd, de borst en de benen van de bank optillen. Bij een niet-structurele kyfose verdwijnt dan de kromming.
Een structurele kyfose moet worden verwezen. Er kan sprake zijn van een congenitale kyfose, of van de ziekte van Scheuermann, na scoliose de meest voorkomende wervelkolomverkromming. De eerste moet operatief gecorrigeerd worden, de laatste met een gipscorset of een romporthese.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten