woensdag 25 april 2012

Blijf bij de verschijnselen

Een 4-jarig meisje overlijdt thuis aan een hartritmestoornis bij een virale myocarditis ten gevolge van het parvovirus B19. Volgens de Inspectie is de les van deze casus: achter ogenschijnlijk onschuldig te duiden verschijnselen kunnen altijd ernstiger diagnosen schuilgaan.

De casus
Het meisje wordt ziek met koorts, braken, niet eten, dunne ontlasting en sufheid. Op de 4e ziektedag wordt zij gezien door de aangeklaagde huisarts. Zij (de huisarts) ziet een wegdrukbare roodheid in de nek en op de romp, een rode keel en opgezette halsklieren. Ze stelt een verhoogde hartslag vast en sluit nekstijfheid uit.

Dan wordt genoteerd: ‘Tijdens het consult viel het meisje weg.’ De bewustzijnsdaling is voorbijgaand, maar treedt waarschijnlijk wel voor de tweede keer op tijdens deze ziekte-episode. De moeder meldt namelijk dat zij haar dochter die ochtend op de grond in een plasje water had aangetroffen. De huisarts duidt het verschijnsel als vermoeidheid, stelt de diagnose 'roodvonk', schrijft antibiotica voor en laat het meisje naar huis gaan. Een aantal uren later overlijdt ze.

Het oordeel
‘Het College is van oordeel dat de arts onvoldoende heeft onderzocht wat er precies met het meisje aan de hand was. Weliswaar kon de situatie duiden op roodvonk, maar dat lag niet direct voor de hand. Andere ziekten waren evenzeer mogelijk.’

Hier doet het College wat het de huisarts verwijt: interpreteren. En het College heeft daarbij het voordeel van de wijsheid achteraf. Natuurlijk waren andere ziekten evenzeer mogelijk. Een diagnose blijft een hypothese totdat het onomstotelijk vast staat. Daarom zegt men wel eens dat de patholoog-anatoom de enige is die een diagnose kan stellen.

‘Het College heeft ook niet goed kunnen begrijpen waarom het wegvallen van het meisje als vermoeidheid is geduid…Het was beter geweest wanneer het meisje zou zijn opgenomen om nader te onderzoeken wat zij had en hoe dat bestreden kon worden.’

Hier ben ik het eens met het College. Een bewustzijnsdaling, ook al is die voorbijgaand, is geen onschuldig verschijnsel. Hoewel de aandoening die het veroorzaakt in veel gevallen onschuldig is, blijft een bewustzijnsdaling een alarmerend verschijnsel. Ook bij een 4-jarig meisje met koorts.

De conclusie
Wat mij betreft is de les van deze casus niet dat ‘achter ogenschijnlijk onschuldig te duiden verschijnselen altijd ernstiger diagnosen kunnen schuilgaan’. Nee, de les is: een alarmerend verschijnsel moet niet bij voorbaat als onschuldig worden geduid. Blijf bij de verschijnselen. Dat geldt niet alleen voor de huisarts, maar ook voor het College.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten