Moritz Heinrich Romberg (1795-1873) uit Berlijn was één van een klein aantal vernieuwende neurologen die in de periode van 1820-1850 klinische observatie, ordening en deductie introduceerde in een tot dan toe onderontwikkelde discipline. Hij beschreef in 1851 een patiënt met syphilis: ‘Zijn gang wordt onzeker…hij zet zijn voeten met grote kracht neer…hij blijft naar zijn voeten kijken om te voorkomen dat zijn bewegingen onvast worden; als ik hem opdraag zijn ogen te sluiten terwijl hij rechtop staat, begint hij meteen te wankelen en van de ene naar de andere kant te zwaaien…zijn onzekere gang is ook duidelijker in het donker.’
Er bestaat in de literatuur geen overeenstemming over de uitvoering van de proef van Romberg. De best gedocumenteerde uitvoering is als volgt: de patiënt dient rechtop te staan met zijn voeten dicht bij elkaar en zijn armen afhangend. Als de patiënt meteen een valneiging heeft duidt dat op cerebellaire ataxie en is de test negatief. Als de patiënt geen valneiging heeft, dient hij de ogen gedurende 1 minuut te sluiten. Als de patiënt dan een valneiging heeft, is de test positief. Is de valneiging steeds naar dezelfde zijde, dan past dit bij vestibulaire ataxie. Is de valneiging naar alle zijden, dan past dit bij sensorische ataxie.
Het eerste deel van de video toont de proef van Romberg
De spierspoelen, peeslichaampjes en druk- en tastreceptoren van het perifere zenuwstelsel geven informatie via de achterstrengen in het ruggemerg aan de hersenen over de positie van de ledematen. Sensorische ataxie treedt op als deze informatievoorziening, die proprioceptie of positiezin wordt genoemd, gestoord is. Een positieve proef van Romberg duidt dus op een aandoening van de sensibele perifere zenuwen of van de achterstrengen.
In dit onderzoek werd een vergelijking gedaan van de proef van Romberg tussen patiënten met cerebellaire ataxie, patiënten met sensorische ataxie als gevolg van neuropathie en gezonde vrijwilligers. De gezonde vrijwilligers en de patiënten met een cerebellaire ataxie stonden in elk geval 60 seconden stil bij de uitvoering van de proef, terwijl de helft van de patiënten met sensorische ataxie al na 10 seconden begon te wankelen.
In dit onderzoek werden 5 neurologische evenwichtstesten, waaronder de proef van Romberg, onderzocht bij verschillende neurologische patiëntengroepen en gezonde vrijwilligers. Patiënten met loop- en evenwichtsstoornissen presteerden gemiddeld minder goed op alle testen, uitgezonderd de proef van Romberg. De auteurs stellen dat de proef van Romberg een specifieke test voor het afferente zenuwstelsel (sensibele zenuwen en achterstrengen) is en niet geschikt als routine-onderzoek.
Kortom, de proef van Romberg wordt vaak gebruikt in het oriënterend neurologisch onderzoek. De test is echter niet geschikt als screening op evenwichtsstoornissen. Als bij het neurologisch onderzoek blijkt dat de patiënt atactisch is, kan de proef van Romberg wel worden gebruikt om vast te stellen of de oorzaak in het perifere zenuwstelsel moet worden gezocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten