Weber, Rinne en Swabach, een goed verstaander weet wat ik bedoel. Een jongeman klaagde over zijn gehoor: zijn rechter oor hoorde minder goed. Meestal tref ik dan een cerumenprop in de gehoorgang of een ingetrokken trommelvlies aan, maar in dit geval niet. Daarom voerde ik de stemvorkproeven van Weber en Rinne bij hem uit. Ik had ergens gelezen dat Swabach obsoleet zou zijn. Bij de proef van Weber zie hij het geluid links te horen, terwijl de proef van Rinne aan beide kanten positief was. Een perceptiedoofheid was dus niet uitgesloten en ik verwees hem naar de KNO-arts voor verder onderzoek.
Tot halverwege de vorige eeuw vormden de stemvorkproeven het fundament van het onderzoek bij gehoorklachten. Inmiddels wordt vrijwel altijd de screeningsaudiometrie gedaan in de huisartsenpraktijk. Maar heeft het stemvorkonderzoek toch een diagnostische waarde?
De proef van Swabach is inderdaad te onnauwkeurig en wordt hier verder niet besproken. De proef van Weber heeft een beperkte, maar wel belangrijke waarde: bij perceptiedoofheid heeft lateralisatie naar de gezonde kant een LR+ van 2,8 (sensitiviteit 58%, specificiteit 79%). Oftewel, bij plotselinge doofheid en lateralisatie naar het gezonde oor is er mogelijk sprake van perceptiedoofheid, een indicatie voor spoedverwijzing naar de KNO-arts.
De proef van Rinne blijkt een nauwkeurige test te zijn bij het vermoeden op geleidingsdoofheid (LR+ 16,8, LR- 0,03). De diagnostische waarde wordt nog groter in combinatie met de fluisterspraaktest. Deze test is sterk in het vaststellen, maar vooral uitsluiten van een gehoorverlies van meer dan 30 decibel (LR+ 6,0, LR- 0,03).
Knoop het in uw oren, de stemvorkproeven zijn nog niet versleten. Gebruik Weber bij plotselinge doofheid. En gebruik Rinne in combinatie met de fluisterspraaktest bij geleidelijk ontstane doofheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten