‘Psychiatrische stoornissen zijn geen geïsoleerde ziektes, maar netwerken van symptomen. De symptomen besmetten elkaar. Vergelijk het met een bosbrand,’ stelt Denny Borsboom in dit nummer van Psy. Hij is een psychometricus; iemand die psychische functies wiskundig beschrijft. Hij voerde statistische analyses uit op alle 500 symptomen van de DSM-IV. Zo’n beetje de helft klonteren samen en vormen zo een netwerk. Hij bespreekt de bevindingen in dit artikel.
‘Wetenschappers zoeken al jaren naar de essentie van stoornissen, maar vinden die niet. Symptomen van stoornissen zijn er gewoon. De mens is een geïntegreerd systeem. Gaat daarin iets mis, dan tast dat de rest van het systeem aan. Slaapgebrek leidt tot vermoeidheid, leidt tot concentratieproblemen, leidt tot fouten maken, leidt tot waardeloos en schuldig voelen. Dit wordt een depressieve stoornis genoemd, maar dit is eerder een reeks van klachten die op elkaar inwerken dan een ziekte die de klachten veroorzaakt.’
'Maar er kunnen ook verschijnselen zijn, zowel in het individu als in de omgeving, die juist beschermend werken tegen de ontwikkeling van een stoornis, die de bosbrand stoppen of zelfs blussen. Een soort anti-symptomen. De één kan beter tegen slaapgebrek dan de ander en wordt niet vermoeid.'
Een probleem komt weliswaar nooit alleen, maar niet per se samen met een ander probleem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten