Deel 1
Elke arts komt ze tegen, mensen met een psychische stoornis. Een niet-psychiater zelfs vaker dan een psychiater. Al wil de arts zich alleen bezig houden met soma, psyche is onvermijdelijk (andersom geldt dat overigens ook). Het is daarom nuttig om een psychische stoornis te onderkennen en te beoordelen in welke mate het van belang is voor het consult.
Elke arts komt ze tegen, mensen met een psychische stoornis. Een niet-psychiater zelfs vaker dan een psychiater. Al wil de arts zich alleen bezig houden met soma, psyche is onvermijdelijk (andersom geldt dat overigens ook). Het is daarom nuttig om een psychische stoornis te onderkennen en te beoordelen in welke mate het van belang is voor het consult.
In de meeste gevallen is het samengaan van een psychische stoornis en een somatische aandoening louter toevallig. Echter, 1 op de 5 patiënten meldt zich bij de huisarts met een lichamelijke klacht die samenhangt met een psychische stoornis. Een psychische stoornis kan zich presenteren als een lichamelijke klacht (bijv. hoofdpijn als uiting van een depressieve stoornis), de oorzaak zijn (bijv. bij misbruik van alcohol) of het gevolg zijn (bijv. verwardheid bij een infectie of een depressieve stoornis bij een maligniteit). Tenslotte kan ook de behandeling van een psychische stoornis een somatische aandoening veroorzaken (bijv. diabetes mellitus bij atypische antipsychotica).
In het algemeen geldt dat de kans op een aandoening hoger is bij het hebben van een aandoening. Bij mensen met een psychische stoornis is de prevalentie van somatische aandoeningen hoog (50%). Daarmee heeft iemand met een psychische stoornis meer kans op een somatische aandoening dan iemand zonder psychische stoornis. Daar zijn een aantal redenen voor:
- genetische factoren
- leefstijl (roken, alcohol, drugs, weinig lichaamsbeweging, ongezond dieet, slechte zelfzorg, sexueel risicogedrag, dissimulatie en slechte woonomstandigheden)
- bijwerkingen van psychofarmaca
- niet-optimale medische zorg (ongelijkheid in aanbod, toegang en gebruik van gezondheidszorg)
Wat betreft de laatste reden: de gezondheidszorg is uiteraard ook beschikbaar voor mensen met een psychische stoornis. Maar m.n. mensen met een psychotische stoornis hebben minder ziektebesef en komen minder vaak op eigen initiatief. De psychotici moeten benaderd worden en dat gebeurt in het algemeen nog niet adequaat. Daarbij komt dat de informatie over voorkomen en beloop van somatische aandoeningen bij psychiatrische patiënten beperkt is. En de behandeling volgens richtlijnen lukt vaak niet door niet willen of kunnen van de patiënt (ongezonde leefstijl, risicovol gedrag, beperkte therapietrouw, wantrouwen, agressie, vrijheidsbeperking), door medicijninteractie of door bijwerkingen van psychofarmaca.
Al met al hebben mensen met een ernstige psychische stoornis (schizofrenie, schizo-affectieve stoornis, bipolaire stoornis of ernstige depressieve stoornis) een 10-30 jaar kortere levensverwachting dan de algemene bevolking. En 60% van deze verhoogde mortaliteit is te wijten aan andere aandoeningen dan de ernstige psychische stoornis. In deel 2 van ‘Soma & psyche’ worden de meest voorkomende somatische aandoeningen bij mensen met een ernstige psychische stoornis opgesomd. In deel 3, het laatste deel, wordt een methode van gestructureerd somatisch onderzoek bij mensen met een ernstige psychische stoornis voorgesteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten