De dokter kijkt op zijn horloge terwijl Marloes vertelt over de pijn tijdens de menstruaties. Hij schrijft naproxen voor en zegt dat hij niet weet of het zal helpen, maar dat ze het maar eens moet proberen.
De andere dokter knikt begripvol terwijl Marloes haar klacht beschrijft. Hij zegt dat hij begrijpt dat het heel vervelend voor Marloes moet zijn. Hij schrijft naproxen voor en zegt dat zij met dit medicijn minder pijn zal hebben. Na welke interventie heeft Marloes de minste pijn bij de menstruatie? Het antwoord ligt voor de hand, maar wetenschappers geven zich niet meteen gewonnen.
De vraag in dit gerandomiseerde en geblindeerde onderzoek was: wat is de objectieve en subjectieve verandering in longfunctie bij het gebruik van actieve behandeling in vergelijking met placebo en natuurlijk beloop bij astma? 49 patiënten kregen achtereenvolgens salbutamol, een placebo of geen interventie at random aangeboden. Uitkomsten waren FEV1 (de objectieve maat) en zelf gerapporteerde verbetering (de subjectieve maat). De verandering in FEV1 was 20% na salbutamol en 7,5 % na placebo of zonder interventie. De subjectieve verbetering was vergelijkbaar tussen salbutamol en placebo (50% versus 45%). Zonder interventie 21%. De auteurs concluderen dat voor optimale controle van astma de objectieve maat de voorkeur geniet en de subjectieve maat onbetrouwbaar is.
Dat is een verkeerde conclusie. Salbutamol werkt inderdaad objectief beter dan placebo, maar de patiënt is subjectief niet beter geholpen met salbutamol dan met placebo.
‘Mensen kunnen beter worden van een interventie, ook al is daar geen enkele medische verklaring voor. Je ziet steevast dat de groep die een placebo krijgt zich altijd beter voelt ten opzichte van de groep die niets krijgt. Onderzoekers vinden dat vervelend, want het ontneemt ze het zicht op de echte behandeling, dus de werkzame elementen,' zegt Jozien Bensing, hoogleraar gezondheidspsychologie. Zij doet onderzoek naar communicatie in de spreekkamer en vertelt daarover in dit interview in het tijdschrift Psy.
'Als je tegen iemand zegt: je krijgt een heel sterke pijnstiller en je legt hem onder de petscan dan zie je exact dezelfde hersendelen oplichten als wanneer hij daadwerkelijk een pijnstiller krijgt. Woorden blijken lichaamseigen opioïden los te maken; in feite zijn dat natuurlijke pijnstillers,’
‘We hebben in een experimenteel onderzoek vier verschillende communicatiestijlen onderzocht. Een huisarts die goed getraind was in deze communicatiestijlen ontving meisjes met menstruatiepijn. Als de huisarts het meisje aardig behandelde en haar de boodschap meegaf dat de pijnstiller effectief was, bleek inderdaad dat ze na het consult vol vertrouwen was in het verloop van haar klachten. Maar als de arts louter empathisch was of zich alleen positief uitsprak over de neppil gebeurde er niet zo veel. En wanneer de arts een gestreste indruk maakte, halverwege het consult op zijn horloge keek en zei: “Laten we eens kijken of dit helpt, we weten het nog niet”, pakte het negatief uit. Onze conclusie is dat bij de combinatie van een empathische benadering met positieve verwachtingen het placebo-effect het sterkste is.’
Toon begrip en biedt hoop. Dat helpt in elk geval. Doe iets, ook al is het niets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten