Casus
Bij een vrouw wordt vanwege pijn in de borst mammografie en echografie aangevraagd. De uitslag luidde: goedaardige cysten. Later meldt ze zich weer met pijn en verharding van de borst. De huisarts ziet na lichamelijk onderzoek geen reden om van de eerder gestelde diagnose af te wijken. Twee jaar later wordt op een mammografie in het kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker vastgesteld met uitzaaiingen in de oksel. In deze tuchtzaak stelt het Centraal Tuchtcollege dat ‘niet in geschil is dat de huisarts een zwelling in de borst heeft gevoeld, maar dat deze zwelling een afwijking betrof die overeenkwam met de in het ziekenhuis vastgestelde cysten.’
Bij een vrouw wordt vanwege pijn in de borst mammografie en echografie aangevraagd. De uitslag luidde: goedaardige cysten. Later meldt ze zich weer met pijn en verharding van de borst. De huisarts ziet na lichamelijk onderzoek geen reden om van de eerder gestelde diagnose af te wijken. Twee jaar later wordt op een mammografie in het kader van het bevolkingsonderzoek borstkanker vastgesteld met uitzaaiingen in de oksel. In deze tuchtzaak stelt het Centraal Tuchtcollege dat ‘niet in geschil is dat de huisarts een zwelling in de borst heeft gevoeld, maar dat deze zwelling een afwijking betrof die overeenkwam met de in het ziekenhuis vastgestelde cysten.’
Kan een huisarts voelen dat een zwelling in de borst een goedaardige cyste is? En, nog belangrijker, is daarmee een mammacarcinoom in voldoende mate uitgesloten?
Onderzoeksresultaten
Als de huisarts zegt: ‘deze afwijking in de borst voelt niet kwaadaardig aan,’ heeft hij in 87% van de gevallen gelijk. Maar dit betekent dat hij in 13% van de gevallen niet gelijk heeft; het is dan toch een mammacarcinoom. Ook al zijn er geen aanwijzingen voor maligniteit bij anamnese en onderzoek, er dient alsnog aanvullend onderzoek te volgen om een mammacarcinoom met grotere zekerheid uit te sluiten.
De NHG-standaard 'Diagnostiek van mammacarcinoom' houdt rekening met de onzekerheden van anamnese en onderzoek en van mammografie en adviseert het volgende stappenplan:
- Is er een lokale, palpabele afwijking, maar zijn er geen aanwijzingen voor maligniteit: verwijs voor een mammogram.
- Toont de mammografie geen maligniteit: controleer de afwijking na 3 maanden.
- Is de knobbel nog aanwezig: verwijs naar de mammapoli.
Conclusie
Het antwoord op de vraag of de huisarts kan voelen dat een zwelling in de borst een goedaardige cyste betreft, kan met grote waarschijnlijkheid worden bevestigd; in de meeste gevallen heeft hij gelijk. Maar een mammacarcinoom is niet in voldoende mate uitgesloten.
Het antwoord op de vraag of de huisarts kan voelen dat een zwelling in de borst een goedaardige cyste betreft, kan met grote waarschijnlijkheid worden bevestigd; in de meeste gevallen heeft hij gelijk. Maar een mammacarcinoom is niet in voldoende mate uitgesloten.
Deze valkuil komt in de geneeskunde vaker voor: een positieve bevinding voor de ene diagnose wordt gezien als uitsluitsel van een andere diagnose. Een arts moet niet alleen diagnoses willen stellen, maar zeker ook uitsluiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten